Gert-Jan van den Bemd

Interview Gert-Jan van den Bemd

Gert-Jan van den Bemd benaderde mij met de vraag of ik zijn roman wilde lezen. Na het lezen van de achterflap was ik zeker geïnteresseerd en besloot ik het te gaan leze. Gert-Jan gaf daarbij aan dat ik hem ook best een aantal vragen mocht stellen. Hieronder lees je de vragen met daarop zijn antwoorden.

Laten we beginnen met wat basisinformatie. Waar woon je en hoe oud ben je?

Laten we beginnen met wat basisinformatie. Waar woon je en hoe oud ben je?


Heb je altijd al van schrijven gehouden of is dit iets wat zich in de loop van de jaren heeft ontwikkeld?

Ik heb altijd graag geschreven, en ook voor ik kon schrijven was ik bezig met het fantaseren van verhalen. In de vierde van de middelbare school ben ik fanatiek gaan schrijven, op aanraden van mijn docent Nederlands. Op een bepaald moment werd dat schrijven een obsessie. Toen ben ik een tijd gestopt en concentreerde ik me op mijn studie. Later heb ik de draad weer opgepakt, ik kon het toen beter doseren.


Wat zijn je hobby’s?

Ik lees graag, maar maak er te weinig tijd voor vrij. Tekenen, schilderen en fotograferen zijn voor een deel ook mijn beroep, maar ik doe het zo graag dat het als een hobby voelt. Ik hou van wandelen, dat geeft me veel inspiratie.


Wat zijn jouw favoriete schrijvers?

Michel Houellebecq, Erik Vlaminck en Philippe Claudel vind ik goed. Sommige schrijvers die ik bewonder zijn al overleden, zoals Patricia Highsmith. Ze heeft “Strangers on a Train” geschreven, verfilmd door Alfred Hitchcock, en de Ripley-serie. Ik heb al haar boeken. Verder lees ik graag George Simenon, Hugo Claus, Sjöwall & Wahlöö, Stephen King.

Welk genre lees jij zelf het liefst?

Romans en thrillers hebben mijn voorkeur, maar ik lees ook graag biografieën van kunstenaars en schrijvers.


Hoeveel boeken lees je zelf gemiddeld per jaar?

Niet veel, helaas. Ik schat zo’n dertig. Ik ben wel weer meer aan het lezen dan een tijd geleden.


Wat is jouw perfecte schrijfplek en hoe kom je in de perfecte schrijf-flow?

Ik kan eigenlijk overal schrijven, heb ik gemerkt, als ik maar niets steeds wordt aangesproken. Ik schrijf het meeste thuis of in mijn atelier. Als het goed weer is, maak ik lange wandelingen en stop ik af en toe om te schrijven. Tijdens het wandelen krijg ik vaak ideeën.


Hoelang heb je aan “Na de val” gewerkt?

Ongeveer twee jaar. Ik was er al mee bezig tijdens het schrijven van mijn debuut “De Verkeerde Vriend” dat in 2018 verscheen.


Hoe bedenk je de namen en de karaktereigenschappen van de personages?

De namen kies ik op basis van gevoel. Past de naam bij het karakter? Passen de namen bij de andere namen in het boek? Natuurlijk zal iedere lezer een ander beeld hebben bij een naam, dus ik kan dat niet helemaal sturen, maar ‘Sofie’ ziet er voor mij heel anders uit dan bijvoorbeeld een ‘Marion’ of een ‘Lisette’.
De karakters groeien naarmate ik schrijf. Ik heb wel een startpunt, maar de uitdieping gebeurt tijdens het schrijven. Er zijn schrijvers die alles van tevoren uitwerken, maar dat doe ik liever niet. Ik vind het prettig dat de personages ‘tegen me praten’ en ze tijdens het schrijven gevormd worden.


Hoe ben je tot het idee gekomen voor dit verhaal?

Het idee ontstond nadat mijn vader was overleden. Mijn moeder moest naar een tehuis en hun appartement moest worden ontruimd. Toen bedacht ik: stel je voor dat ik nou iets vind wat ik niet hoor te weten? Dat is niet gebeurd, maar daarmee werd wel het idee geboren. Wat ik er ook mee wil zeggen: hoe goed ken je je ouders? Je wordt geboren en dan hebben zij er al twintig, dertig jaar op zitten. Je zult nooit echt weten wie ze zijn.


Heeft schrijven jouw leven veranderd? Zo ja, op welke manier?

Het is een stuk leuker geworden. Ik was bij prijsuitreikingen in Nederland en België. Het heeft me op festivals gebracht waar ik moest optreden, bij mensen thuis voor boekbesprekingen, bij boekhandels voor signeersessies. Ik was twee keer op de Boekenbeurs in Antwerpen. Bij radio-interviews. Allemaal gebeurtenissen die ik zonder het schrijven niet had meegemaakt.


Wat is volgens jou de kunst van schrijven?

Vooral doorzetten. Het is echt een kwestie van volhouden, van veel doen. Natuurlijk helpt het als je talent hebt, maar ook de meest talentvolle schrijver moet meters maken. Veel lezen is ook belangrijk. Ik heb vroeger veel gelezen, nu helaas wat minder, maar het kan mij nog steeds inspireren. Ook belangrijk: veel observeren. Hoe gedragen mensen zich? Hoe praten ze? Hoe zien gebouwen of landschappen eruit? Lezers vinden het prettig als ze zich in een situatie kunnen verplaatsen. Het helpt als je die situatie goed kan weergeven.


Wat doe je wanneer je even niet meer weet waar je over kan/wilt schrijven?

Dan begin ik aan een ander scene van het boek, of met een ander verhaal. Soms maak ik een tekening, of ik ga een stuk wandelen. Daarna gaat het meestal weer wel.


Welke tips heb jij voor andere (beginnende) schrijvers?

Probeer te bepalen waarom je een bepaald boek zo goed vindt. Komt dat door de dialogen? De spanningsboog? De karakters? De humor of de romantiek? Als je dat weet ga je ook intelligenter en bewuster schrijven. Het is ook leerzaam om met zo’n blik naar films of Netflix-series te kijken. Hoe wordt spanning opgebouwd? Waarom wil je blijven kijken? Diezelfde ‘trucs’ kun je met schrijven gebruiken.
Nog een belangrijke tip: als je bezig bent met schrijven en het loopt lekker, stop dan op tijd. Dus niet als je geen idee meer hebt, maar eerder. Hoe moeilijk het ook is om in een ‘flow’ te stoppen, het is belangrijk om dat wel te doen. Het is namelijk heel lastig om de dag erna verder te gaan met een tekst waarmee je uit frustratie bent gestopt.


Hoe ga je om met kritiek/recensies van lezers?

Positieve kritiek is natuurlijk fijner dan negatieve, maar zolang negatieve kritiek goed is onderbouwd moet je die serieus nemen. Als een lezer zegt ‘Ik vond er niks aan’, dan heb je daar als schrijver niets aan. Maar met de opmerking ‘Ik vond het hoofdpersonage ongeloofwaardig omdat hij of zij zonder duidelijke aanleiding iets deed’, daar kun je wél wat mee. Ik ben altijd blij met lezers die mijn boeken willen lezen en er een recensie over willen schrijven.